nl
Nieuwsbrief

Investeringsplan: plan van aanpak

Korte handleiding voor de opmaak van een investeringsplan

Bij de beoordeling van je aanvraag voor een Startlening kijkt PMV naar je investeringsplan. Dat is een belangrijk onderdeel in je dossier. Waarop letten bij de opmaak van een investeringsplan?

Wat moet er in een investeringsplan staan?

Een investeringsplan bestaat altijd uit twee delen:

  • investeringen: in welke zaken ga je investeren?
  • financieringen: van welke financieringsmiddelen maak je gebruik om alle geplande investeringen te verwezenlijken?

Waar moet je op te letten wanneer je een investeringsplan maakt?

Bij de opmaak van je plan moet je rekening houden met een aantal spelregels.

  • Beide luiken moeten gelijk zijn aan elkaar.
  • De investeringen in het investeringsplan moeten steeds een prijs inclusief BTW bevatten.
  •  Hou rekening met aankoopkosten.
  • Een investeringsplan is een overzicht van nieuwe investeringen en financieringen. Zo’n plan verschilt dus van de balans van je onderneming: een balans houdt rekening met álle investeringen en financieringen.

Voorbeeld

Ludo wenst te starten met een kapperszaak die hij zal exploiteren onder zijn vennootschap ‘Ludo’s Hair BV’. Hij vraagt een Cofinanciering aan om de opstart ervan te helpen financieren. Ludo heeft een totaal investeringsplaatje van 275.000 euro. Hij kan zelf 50.000 euro investeren en zou 50.000 euro willen lenen bij PMV. Ludo heeft een bank gevonden die een lening kan verstrekken van 175.000 euro om de aankoop van het pand mee te helpen bekostigen. Het investeringsplan van Ludo’s kapperszaak ziet eruit als volgt:

Investeringen Financieringen
Aankoop gebouw 200.000 Banklening 175.000
Inrichtingswerken gebouw 26.000 PMV/z-Lening 50.000
Verbouwingswerken gebouw 15.000 Vermogen van de BV 40.000
Meubilair 10.000 Eigen inbreng in natura 10.000
Materiaal 10.000
Oprichtingskosten 2.000
Minimale thesaurie 12.000
Totaal 275.000 Totaal 275.000

 

Het plan is als volgt samengesteld aan de kant van de investeringen:

  • aankoop gebouw: prijs incl. registratierechten en notariskosten;
  • inrichtingswerken: 15.000 euro schilderwerken, 10.000 euro heraanleggen vloer, 1.000 euro spiegels;
  • verbouwingswerken: 5.000 euro elektriciteitswerken, 5.000 euro werken aan waterleidingen, 5.000 euro centraal gestuurde airco;
  • meubilair: 10.000 euro aan zelf ingebrachte kappersstoelen;
  • materiaal: 5.000 euro aan scharen, tondeuses, kammen en haardrogers;
  • oprichtingskosten: oprichting vennootschap bij notaris en oprichtingskosten bij boekhouder;
  • minimale thesaurie: buffer om opstart door te komen en eerste uitgaven te dekken.

 

De kant van de financieringen is zo opgebouwd:

  • banklening: hypotheeklening bij een bank;
  • vermogen van de BV: Ludo zal de vennootschap opstarten met een aanvangsvermogen van 40.000 euro;
  • eigen inbreng in natura: het meubilair en de kapperstoelen, worden door Ludo ingebracht in natura. Die staan dus tweemaal op het plan: eenmaal als investering, eenmaal als financiering;
  • de totale eigen inbreng is dus 50.000 euro: 40.000 euro vermogen van de BV en 10.000 euro inbreng in natura.