nl
Nieuwsbrief
Nieuws & Inspiratie

Heel wat interesse voor realisatie alternatieve brandstofinfrastructuur in Vlaanderen  

29 apr 2024

Het Europees agentschap voor klimaat, infrastructuur en milieu lanceerde eind februari een oproep om de uitrol van alternatieve brandstofinfrastructuur te ondersteunen. In het programma is 1 miljard euro beschikbaar. De infrastructuur die in aanmerking komt, is bedoeld voor verschillende duurzame technologieën (o.a. elektrische laadstations, waterstoftankstations, ammoniak en methanol-bunkering) en heeft betrekking op een breed scala van transportmodi. Om een beroep te kunnen doen op de Europese middelen moeten projectpromotoren samenwerken met een financiële instelling of een geaccrediteerde Implementing Partner. In Vlaanderen heeft PMV die accreditatie behaald. “Er is heel wat interesse”, zegt Tom Mortier van PMV.

 Eind februari lanceerde het Europees agentschap voor klimaat, infrastructuur en milieu een tweede oproep voor voorstellen om infrastructuur voor alternatieve brandstoffen te realiseren (Alternative Fuels Infrastructure Facility – AFIF). In het AFIF-programma is 1 miljard euro beschikbaar ter ondersteuning van de aanleg van infrastructuur voor de levering van alternatieve brandstoffen langs het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T). De focus wordt daarbij gelegd op mature projecten met een redelijke omvang die snel uit te voeren zijn. De oproep past in het CEF-programma (Connecting Europe Facility) dat financiering biedt voor strategische investeringen in infrastructuur en daarvoor 25,6 miljard euro ter beschikking heeft. Sinds 2014 heeft het CEF-vervoersprogramma meer dan duizend projecten gesteund voor een totaalbedrag van 36,3 miljard euro. CEF is een belangrijk financieringsinstrument van de EU voor de uitvoering van de Europese Green Deal en het koolstofarm maken van de economie. De CEF-begrotingspot moet de realisatie mogelijk maken van onderling verbonden trans-Europese netwerken voor vervoer, energie en digitale diensten. Met name de vervoerssector is nog steeds sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen. Het gebruik van nulemissie- en lage-emissievoertuigen, -schepen en -vliegtuigen en van hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen moet het vervoer duurzamer maken. Daarvoor is een uitgebreid netwerk nodig van oplaad- en tankinfrastructuur.

Voordeel voor samenwerking met PMV

Het is de bedoeling dat voor de realisatie van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen middelen van infrastructuurfonds CEF worden gecombineerd met financiering door financiële instellingen om de marktuitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen te ondersteunen. Om de CEF-middelen te ontsluiten, moeten projecten voor minstens 10% van de totale projectbegroting een beroep doen op hetzij een banklening hetzij op een lening bij een als Implementing Partner (IP) geaccrediteerde Europese of nationale financiële instelling. In Vlaanderen bezit PMV die accreditatie. “Projecten hebben er baat bij om met een IP als PMV samen te werken omdat twee derde van het budget in de algemene enveloppe (780 miljoen euro) voorbehouden is voor projecten die door IP’s worden gefinancierd. Een bijkomend voordeel is dat het administratieve traject bij die projecten (met IP) lichter is”, vertelt Tom Mortier, hoofd Energietransitie bij PMV.

Verschillende thema’s

De oproep heeft betrekking op de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen in wegtransport, zeevaart, binnenvaart en luchtvervoer. Naast de steun voor elektrische (megawatt) oplaad- en waterstoftankstations voor zwaar transport, zijn er financieringsmogelijkheden beschikbaar voor walstroom en elektrificatie van havenactiviteiten, elektriciteits- en waterstofvoorziening op luchthavens en ook voor ammoniak- en methanolbunkerinfrastructuur in havens. Afhankelijk van het betreffende thema en de overeenkomstige voorwaarden nemen de Europese middelen de vorm aan van een vaste bijdrage per eenheid ofwel een vast cofinancieringspercentage (max. 30% van de ‘eligible’ kosten). In de eerste fase van AFIF, die liep van 2021 tot 2024, ontvingen 131 Europese projecten samen meer dan 1,3 miljard euro aan EU-steun. Tom Mortier: “In die eerste fase hebben wij reeds een financieel commitment toegekend aan verschillende projecten, waaronder walstroom en waterstoftankstations voor zwaar transport.”

Uitdagingen

Ook de nieuwe oproep kan op heel wat interesse rekenen. Tom Mortier: “Er zijn verschillende partijen die een aanvraag willen indienen en bij ons hebben aangeklopt. De verdere ontwikkeling en uitbouw van alternatieve brandstofinfrastructuur in onze regio is een goede zaak en draagt bij tot het behalen van klimaatdoelstellingen en de omslag naar een duurzame economie. Deze transitie gaat ook gepaard met de nodige uitdagingen. Vaak worstelt men nog met het kip-ei-dilemma, wat het ontwikkelen van een robuuste business case minder evident maakt. AFIF kan in die gevallen een stimulans zijn. Natuurlijk is er een realistisch business plan en een sterk team nodig om de projecten effectief te realiseren. Een AFIF-case moet voor PMV dus voldoen aan dezelfde basiscriteria als een investeringsdossier waarvoor geen Europese subsidiemiddelen van toepassing zijn.”

Eerste deadline in september

Onder de tweede oproep van het AFIF-programma zijn er drie afsluitdata (‘cut-off dates’): 24 september 2024, 11 juni 2025 en 17 december 2025. Vóór de finale indiening moeten aanvragers tijdig alle noodzakelijke ondersteunende documenten verzamelen. Alle details met betrekking tot de indieningsprocedure zijn terug te vinden in de overeenkomstige oproeptekst.

Financieringsaanvragen voor PMV als Implementing Partner kunnen gestuurd worden naar PMV-CEF@pmv.eu.

Er zijn verschillende partijen die een aanvraag willen indienen en bij ons hebben aangeklopt. De verdere ontwikkeling en uitbouw van alternatieve brandstofinfrastructuur in onze regio is een goede zaak en draagt bij tot het behalen van klimaatdoelstellingen en de omslag naar een duurzame economie.

Tom Mortier, hoofd Energietransitie