nl
Nieuwsbrief
Nieuws & Inspiratie

Hoe langer een brood rijst, hoe dieper de smaak

14 sep 2017

Hoe langer een brood rijst, hoe dieper de smaak. Hetzelfde geldt voor gedurfde ideeën. En soms is het wachten tot het toeval ze het laatste duwtje geeft richting verwezenlijking. Voor Mike en Sofie, het sympathieke toekomstige bakkerskoppel, was dat de overnamemogelijkheid van een bakkerij op een ideale ligging.

In 2017 hebben supermarkten voor de eerste keer een groter marktaandeel in de verkoop van brood dan de (warme) bakkers. Die laatste gaan in aantal ook sterk achteruit. In 1994 telde Vlaanderen nog 4.000 warme bakkers, terwijl dat in 2015 al was gezakt tot 2600. In die context een bakkerij overnemen, en daarvoor een goedbetaalde baan opgeven, getuigt zowel van lef als van visie. Aan beide geen gebrek bij Sofie en Mike.

Geconfronteerd met de dalende bakkerscijfers klinkt Sofie redelijk categoriek: “Toen we beslisten om dit pand te kopen, zijn we bij verschillende bakkers een crèmehoorntje gaan halen. Dat waren allemaal dezelfde, puur ingekocht, crème erin spuiten en voilà. Als een bakker zijn stiel niet uitvoert zoals het hoort, dan kan je evengoed naar een grootwarenhuis gaan. Sorry, maar dan help je je zaak naar de knoppen, dat is gewoon een principekwestie.”

Kwaliteit verdraagt geen compromissen

Kwaliteit verdraagt geen compromissen en dat merk je ook aan de grondigheid waarmee ze de renovatie van hun toekomstige zaak aanpakken. Elke machine keren ze zelf binnenste buiten en zetten ze weer op punt. Ze doen dat enerzijds een beetje uit noodzaak – voor nieuwe machines zitten we algauw aan een bedrag van 170 à 180.000 euro – maar anderzijds ook om zoveel mogelijk verrassingen uit te sluiten. Het vele werk dat daarbij komt kijken, nemen ze er graag bij. Mike:” een vriend van mij is een Amerikaanse gitarist en zijn motto is working hard, playing hard. Hij had geen aanleg om gitaar te spelen, maar hij heeft geoefend totdat er letterlijk eelt op zijn buik stond. Als je iets wil bereiken, dan moet je ervoor werken.”

Ook Sofie kreeg het werken met de bakkerspaplepel binnen: ”Ik kom uit een zelfstandigenmilieu. Mijn papa is 17 jaar bakker geweest en het feit dat je bent opgegroeid in een familie waar van ‘s morgens vroeg tot s’ avonds laat wordt gewerkt, strookt niet meteen met een 9-tot-5-mentaliteit. Het speelde ook mee in de beslissing om de stap te zetten naar het ondernemerschap”.

Op het moment dat een bakkerij in de buurt in faling ging, zijn ze vrij snel op de kar gesprongen: het pand was geschikt, door de faling was de vraagprijs redelijk, het materiaal was aanwezig en de ligging ideaal. Sofie’s vader had in dezelfde straat immers zijn bakkerij uitgebaat en een goede reputatie opgebouwd, in zoverre dat de buurtbewoners al aan het uitkijken zijn naar de opening.

PMV/z speelde een doorslaggevende rol bij de overname

Dat die stap gepaard ging met een moeilijke zoektocht naar financiering leverde wel wat frustratie op. Ondanks een 33 pagina’s tellend businessplan dat met verschillende scenario’s rekening hield, en ondanks hun vroegere kaderjobs – Sofie als procesmanager en Mike als IT-manager – was uiteindelijk maar één van de drie aangesproken banken bereid om de bakkerij te financieren. De Kmo-cofinanciering van PMV/z speelde uiteindelijk een doorslaggevende rol om de overname rond te krijgen. Sofie: “De bank kwam zelf met het voorstel om een stuk mee te laten financieren door PMV/z. Wij waren heel gelukkig met die oplossing en ook met het advies van de analiste van PMV/z, die ook actief met ons meedacht en naar oplossingen heeft gezocht. Uiteindelijk zijn er een aantal mensen die voor ons gevochten en in ons geloofd hebben: onze ouders, onze raadsman, de notaris en haar personeel, de bank en ook de mensen van PMV/z”.

Mike en Sofie stropen alvast enthousiast hun mouwen op om op tijd de bakkerij te kunnen openen en kijken vol vertrouwen richting toekomst. Ook daarover hebben ze al grondig nagedacht en zeker over de richting die ze niet uitwillen: “We stellen vast dat veel bakkerijen kost wat kost zo groot mogelijk willen worden, maar daardoor nog industriëler moeten gaan werken. Die weg willen wij niet inslaan. Geef ons maar de kleinschaligheid en het familiale, waar de kwaliteit voorop staat.”