De eigen inbreng is de hoeksteen van de financiering van een overname. Een onderneming overnemen houdt immers een reëel risico in. Het is dan ook logisch dat de overnemer als eerste investeert in zijn project en er de risico’s van draagt, vooraleer een beroep te doen op fondsen van buitenaf.
Niet zelden beschikt de overnemer echter over onvoldoende eigen middelen om het volledige overnamebedrag te realiseren. Externe bronnen zoals investeerders, vrienden, familie en banken[BJ1] kunnen helpen om de financiering van de overname rond te fietsen. Maar ook de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV kan een stevig duwtje in de rug geven.
Neem nu het voorbeeld van een ervaren manager en zijn echtgenote, die onlangs nog bij PMV aanklopten. Na verschillende commerciële functies te hebben bekleed in diverse voedingsbedrijven vonden zij de tijd rijp om zelf het heft in handen te nemen. Na een doorgedreven zoektocht, viel hun oog op een toeleverancier van bakkers en industriële klanten.
Het bedrijf realiseerde de afgelopen drie boekjaren een gemiddelde jaarlijkse omzet van 6 miljoen euro en een operationele cashflow (EBITDA) van 825.000 euro. Aan de overname van de aandelen van de schulden- en cashvrije onderneming hing een kostenplaatje van 4,15 miljoen euro. De manager en zijn echtgenote hadden nu wel een mooi potje bij elkaar gespaard, maar met een eigen inbreng van ‘slechts’ 400.000 euro leek de overname vooral een verre droom. Een onbegonnen zaak, dus?
Wel, niet helemaal. Dankzij een goede voorbereiding, een uitgekiend businessplan, en de hefboom van verschillende financieringsoplossingen van PMV/z konden zij toch hun droom realiseren. Reken gerust even mee.